Teken kan u overal tegenkomen: in het bos, in de tuin, tijdens een wandeling of als u buitenspeelt. Van een tekenbeet kan u ziek worden. Het is daarom heel belangrijk dat u na een dagje buiten even de tekencheck doet!
- Controleer uw lichaam van top tot teen. Teken houden van warme plekjes, dus kijk zeker goed in uw knieholtes, liezen, bilspleet, haren, navel, oksels en tenen.
- Teek gevonden? Verwijder die dan rustig en in één beweging, liefst met een tekenpincet. Let op dat u de teek niet platduwt of draait, en smeer er ook niets op.
- Hou de plek rond de beet een maand in de gaten voor symptomen. Komt er een rode vlek rond de beet die groter wordt? Of krijgt u griepklachten, zoals koorts met spier- en gewrichtspijn? Ga dan zeker naar uw huisarts.
Voorkomen is beter dan genezen
Dagje in de natuur gepland? Met een paar makkelijke voorzorgsmaatregelen kan u de kans op een tekenbeet verkleinen:
- Wandel zo veel mogelijk op de paden.
- Draag kledij die uw armen en benen bedekt, en stop uw broekspijpen in uw sokken.
- Gebruik een insectenwerend middel op uw onbedekte huid.